Jongerenpastoraat

In de meeste gemeenten wordt er veel voor jongeren gedaan. Ze volgen catechisatie en er zijn volop mogelijkheden om deel te nemen aan het verenigingsleven. Natuurlijk worden jongeren ook in de prediking aangesproken en hebben ze een stem in het huisbezoek.

Tegelijkertijd ervaren veel ambtsdragers moeite in de omgang met jongeren. Tijdgebrek is een groot probleem. De belasting voor kerkenraden is zo groot, dat tijd speciaal voor jongeren nauwelijks mogelijk is. Binnen de beperkte tijd die beschikbaar is, blijkt het moeilijk om tot een echt vertrouwelijk gesprek met jongeren te komen. Het huisbezoek blijft maar al te vaak in algemeenheden hangen en echte ontmoeting vindt niet plaats.

Een andere vraag richt zich op het organisatorische aspect. In sommige gemeentes loopt het contact met jongeren en jongerenwerk via de jeugdouderling, in andere plaatsen bestaat deze functie niet. Waar deze functie wel bestaat, blijven kerkenraden worstelen met de taken en bevoegdheden van de jeugdouderling. Coördineert hij alleen het jeugdwerk? Of doet hij ook speciaal pastoraat aan jongeren?

Het doel is praktische handvaten aan te reiken voor de vormgeving van pastoraat aan jongeren. Na een theologische onderbouwing van het belang van pastoraal omzien naar jongeren, werken we allereerst uit welke partijen in de kerk betrokken zijn op de jongeren. Vervolgens doen we enkele aanbevelingen voor een mogelijke structuur, om vervolgens praktische aanbevelingen te geven voor de omgang met jongeren in het pastoraat.

Achtergrond

Jongeren zijn van groot belang voor de kerk. Ze zijn de toekomst van de kerk. Dat is voor een deel heel praktisch, zonder nieuwe generatie houdt de kerk op te bestaan. Deze notie heeft ook een diepe theologische laag. God heeft met de jongeren in de doop een verbond gesloten. Ze zijn daarmee erfgenamen van het verbond. Maar de erfgenamen zijn nog kinderen. Kinderen die opgevoed moeten worden, om later het stokje over te nemen. De opvoeding heeft als doel om jongeren te vormen als verantwoordelijke leden van de gemeente. De verwachting bij al dit bezig-zijn is dat God Zelf de wasdom geeft. Deze verwachting neemt niet weg dat jongeren op allerlei niveaus gevormd moeten worden. Dat gebeurt op school, thuis, maar zeker ook in de kerk. Binnen de kerk is er een scala aan activiteiten voor jongeren. Zo worden ze bijvoorbeeld toegerust in catechese en op de jeugdvereniging. 

Tegelijkertijd is het voor jongeren ontzettend belangrijk om gezien en gehoord te hebben. Jongeren tussen 12 en 18 bevinden zich in een van de meest turbulente fases van hun leven . Juist dan is het van doorslaggevend belang dat “de kerk” ze ziet en aandacht voor ze heeft. Aandacht van een ouderling of een luisterend oor van een predikant kan van groot belang zijn in de ontwikkeling van de jongere. Ambtsdragers willen vaak snel doorstoten naar de kern. Pastoraat is zielzorg, het gaat om het hele diepe niveau van geestelijk leven. Tegelijkertijd is het belangrijk dat ambtsdragers zich bewust zijn van de verschillende schillen in het bestaan. W. ter Horst spreekt daarom over vijf taken van opvoeding, namelijk beschermen, verzorgen, overdragen, inleiden in inwijden. 

Het is lang niet altijd mogelijk om direct door te stoten naar het niveau van inwijding, naar de laag van persoonlijk geestelijk leven. Het is daarom van groot belang dat ambtsdragers hun uiterste best doen om aan te sluiten bij de jongeren. Een luisterend oor is daarom ook voor de ambtsdrager van belang! In deze fase van hun leven hebben jongeren behoefte aan ambtsdragers die openstaan voor hun leefwereld en problemen. De houding van de pastor kan gekarakteriseerd worden met de woorden empathie, echtheid en hoogachting . Empathie slaat op het inlevingsvermogen, als gesprekspartner ben je bereid om met de jongere mee te denken en mee te leven. De jongere verwacht in de tweede plaats een gesprekspartner die “echt” en open is. Tenslotte mag de jongere ook een respectvolle benadering van de ambtsdrager verwachten, waarin een bepaalde erkenning is voor de leefwereld van de jongere. Deze houding vormt de basis voor elk contact met jongeren. Als aan deze voorwaarden niet is voldaan, wordt overdracht van de Bijbelse boodschap heel erg moeilijk.

Structuur

Wie zijn er betrokken bij de zorg voor jongeren?

De eerste betrokkene bij de jongeren is de wijkouderling. Hij ontmoet de jongere met huisbezoek en spreekt hem of haar mogelijk buiten de huisbezoeken om. Mogelijk komen jongeren met hun vragen naar hem toe en ontstaat er een meer structureel contact.

De catecheet is de volgende betrokkene. Hij ziet de jongeren regelmatig en zal in veel gevallen in meer of mindere mate persoonlijk contact met hen hebben. De catecheet is vooral bezig met kennisoverdracht. 

Een derde groep is de leiding van verenigingen. Zij ontmoeten de jongeren regelmatig in een informele setting en weten vaak behoorlijk goed wat er bij de jongeren speelt. De leidinggevenden zijn voor veel jongeren belangrijk in de geloofsoverdracht.
In sommige gemeenten kent men de jeugdouderling. In verreweg de meeste gemeenten heeft de jeugdouderling een coördinerende functie. Hij is de verbindende schakel tussen leidinggevenden van verenigingen en de kerkenraad. In een enkel geval heeft de jeugdouderling ook taken in het pastoraat voor jongeren. De predikant of pastoraal medewerker zal vaak op enige afstand betrokken zijn. In een aantal gevallen is hij ook actief in het reguliere pastoraat of in de catechese. In ieder geval komen jongeren met de predikant in contact in de prediking.

Op welke manier werken de betrokkenen samen?

Het is erg belangrijk dat de betrokkenen rond de jongeren samen werken. Regelmatig overleg tussen kerkenraad, catecheet en leidinggevenden is daarom heel belangrijk. Zo is bijvoorbeeld een wijkouderling al voor het huisbezoek op de hoogte van afnemend jeugdvereniging- en catechisatiebezoek. Aan de andere kant zijn de leidinggevenden van de jeugdvereniging op tijd ingelicht over een moeilijke thuissituatie. Voor deze samenwerking zijn een aantal structuren binnen de kerk in gebruik. Te denken valt aan een Commissie Jeugdwerk, een Jeugdraad of aan een vorm waarin alle betrokken partijen structureel bij elkaar komen. 

Bij deze benadering worden problemen tijdig gesignaleerd en is er aansluiting op de wereld van de jongere. Op deze manier is de kerk betrokken op de jongere en ervaart de jongere de zorg van de kerk. Er ontstaat een band van vertrouwen tussen jongeren en ambtsdragers.

In veel gemeentes heeft de jeugdouderling een coördinerende taak rond alles wat met jongeren te maken heeft. Hij overlegt regelmatig met de leidinggevenden van de clubs en verenigingen, communiceert het beleid van de kerkenraad en rapporteert namens de clubs aan de kerkenraad. Een jeugdouderling op deze positie kan een belangrijke rol spelen in de afstemming rond de jongeren. 

In sommige gemeentes heeft de jeugdouderling een rol naar de jongeren toe. Hij is bijvoorbeeld vertrouwenspersoon of bezoekt met grote regelmaat kerkelijke activiteiten voor jongeren. Hij is aanspreekpunt voor de jongeren en heeft daarmee ook een belangrijke taak in het pastoraat.

De wijkouderling

De wijkouderling heeft als vanzelfsprekend een pastorale relatie met de jongeren, ze zijn immers aan zijn zorgen toevertrouwd. In dit document willen we een aantal concrete aanbevelingen doen voor wijkouderlingen. 
  1. Het huisbezoek is van belang voor de band tussen ouderling en jongeren. Sla daarom de jongeren niet over bij het huisbezoek. Het is belangrijk dat ook de jongeren een plaats hebben in het gesprek.
  2. Het is voor jongeren belangrijk dat ze gehoord worden. Er moet daarom bij het huisbezoek echte aandacht zijn voor de jongere en voor de manier waarop hij met het geloof bezig is.
  3. Sta open voor de communicatie van de jongere. Soms verwoorden ze zaken anders, maar dat hoeft niet fout te zijn. Het is daarom goed om u bewust te zijn van de leefwereld van de jongere.
  4. Denk na over de mogelijkheden van digitale communicatie. Soms is het voor jongeren makkelijker om even een mail te sturen met een vraag. Zorg dat deze lijnen ook open zijn!
  5. Zorg dat in crisissituaties de jongeren niet over het hoofd worden gezien. In geval van scheiding of ernstige ziekte worden kinderen en jongeren snel vergeten. Geef daarom ook de gedachten en gevoelens van jongeren aandacht.
  6. Overweeg of het mogelijk is jongeren een klein beetje extra aandacht te geven. Dit hoeft niet veel werk te zijn, maar kan al door een email bij het behalen van een diploma of door een  kort gesprekje op de gemeente-avond.

De jeugdouderling

Binnen de Hersteld Hervormde Kerk onderscheiden we in de praktijk twee varianten van de jeugdouderling, een jeugdouderling die bezig is in de coördinatie van activiteiten voor jongeren en de ouderling die zich bezig houdt met het pastoraat voor jongeren. Voor beide functies geven we hier enkele aanbevelingen.

De jeugdouderling als coördinator

In veel gemeenten is de belangrijkste taak van de jeugdouderling om het contact tussen kerkenraad en jongerenwerk te coördineren. Dit betekent niet dat hij nooit in aanraking komt met de jongeren, vaak is de jeugdouderling aanwezig op een aantal momenten gedurende het verenigingsjaar. Een aantal aanbevelingen:
 
  1. Zorg voor open lijnen tussen de verschillende betrokkenen rond de jongeren. Bespreek met de leidinggevenden, de kerkenraad en de catecheet ook het welzijn van de jongeren. Het gaat misschien wel over activiteiten, maar om de jongeren.
  2. Jongeren zien de jeugdouderling vaak sterk als “hun” ouderling. Zorg dat u als jeugdouderling bereikbaar bent voor jongeren. Een lage drempel kan helpen voor het contact met jongeren.
  3. Wees als jeugdouderling aanwezig op belangrijke momenten in het verenigingsjaar. Aanwezigheid bij de opening van het seizoen, kerstvieringen of ontspannende activiteiten kan zowel de jongeren als de leidinggevenden het gevoel geven dat ze ertoe doen.
  4. Probeer als jeugdouderling de leefwereld van jongeren te kennen. Wat beweegt jongeren en houdt ze bezig? Het is zinvol voor een kerkenraad om een “expert” te hebben op het gebied van de leefwereld van jongeren.
  5. Zoek als jeugdouderling mogelijkheden om op een bepaalde manier contact te houden met jongeren. Dit kan bijvoorbeeld door contact op te nemen bij verjaardagen, ziekte of het behalen van een diploma.
  6. Heb oog voor de “onzichtbare jongeren”. Een substantieel deel van de jongeren bezoekt geen club of vereniging. De jeugdouderling is de aangewezen persoon om deze jongeren in kaart te brengen.

De jeugdouderling als ouderling voor jongeren

In een aantal gemeenten functioneert de jeugdouderling als vertrouwenspersoon en aanspreekpunt voor jongeren. Veel pastoraat aan jongeren verloopt dan via de jeugdouderling. Ook voor deze positie doen wij een aantal aanbevelingen:
 
  1. Zorg als jeugdouderling voor open lijnen met andere betrokkenen. Juist als jeugdouderling is afstemming met de wijkouderling van groot belang. Het is goed als verschillende ambtsdragers niet langs elkaar heen werken.
  2. Bied jongeren verschillende mogelijkheden om in contact te treden. Email of andere sociale media kunnen voor sommige jongeren drempelverlagend werken.
  3. Probeer, als het organisatorisch haalbaar is, om jongeren regelmatig te ontmoeten. Denk dan bijvoorbeeld aan aanwezigheid van de jeugdouderling bij activiteiten met groepen of aan groepsgewijze ontmoetingen met de jeugdouderling. Bij deze activiteiten kan al een vertrouwensband ontstaan, waardoor jongeren u weten te vinden.
  4. Het verdient aanbeveling de jongeren eens per jaar persoonlijk te ontmoeten. In sommige gemeentes zal dit in de praktijk moeilijk te realiseren zijn. Oplossingen kunnen dan zijn om de frequentie van de ontmoetingen te verlagen naar bijvoorbeeld een keer per twee jaar of om andere gemeenteleden of andere ambtsdragers hierbij te betrekken. 
  5. Ook voor deze invulling van de functie van jeugdouderling geldt dat het van groot belang is om juist de “onzichtbare” jongeren in het oog te houden. Zij zijn niet in zicht bij leidinggevenden en catecheten. De jeugdouderling is de aangewezen persoon om deze jongeren extra aandacht te geven.

Kerkenraden

De kerkenraad is per definitie betrokken bij het jongeren. De kerkenraad is verantwoordelijk voor de gemeenteleden in het algemeen en voor de jongeren in het bijzonder . Om deze verantwoordelijkheid vorm te geven, doen wij een aantal aanbevelingen:
 
  1. Zorg voor open lijnen richting leidinggevenden en catecheet. Het gaat dan natuurlijk om organisatie en evaluatie van de activiteiten. In veel gemeenten bestaat hiervoor al een jeugdraad of jeugdwerkoverleg. Het is echter ook belangrijk ook te hebben voor het welzijn van individuele jongeren. 
  2. Probeer met enige regelmaat een delegatie jongeren te ontmoeten. Als de gemeente een jeugdouderling heeft, moet hij daar in ieder geval bij aanwezig zijn. Het is zo mogelijk om te horen wat er onder de jongeren leeft en om het aanbod van activiteiten af te stemmen.
  3. Streef ernaar om elk jaar met een delegatie van de kerkenraad op vereniging of catechisatie aanwezig te zijn. Neem deze kans te baat om jongeren te ontmoeten!
  4. Voor de dagelijkse zaken kan het goed zijn een bestuur van de verenigingen samen te stellen. Hierin hebben een aantal leidinggevenden en een aantal kerkenraadsleden zitting. Dit orgaan kan bijzonder behulpzaam zijn om korte lijnen te hebben tussen verschillende betrokkenen rondom de jongeren.
  5. Probeer als kerkenraad helder te krijgen welke jongeren betrokken zijn en welke niet. Vervolgens kunnen kerkenraadsleden daar op huisbezoek aandacht aan besteden.

De rol van de HHJO

De HHJO heeft allereerst een taak als het gaat om de toerusting van ambtsdragers. Veel ambtsdragers ervaren een bepaalde verlegenheid in de omgang met jongeren. Zij kunnen geholpen worden met praktische handvaten om met jongeren om te gaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om gespreksvaardigheden of om toerusting op het gebied van jongerencultuur. Dit kan zowel op landelijk als op regionaal niveau plaatsvinden.

Ook op het organisatorische vlak kan de HHJO haar expertise inzetten. Kerkenraden kunnen advies en begeleiding van de HHJO ontvangen over mogelijkheden om pastoraat aan jongeren aan te kleden. Een recent voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van het zogenaamde jongerenmentoraat voor een aantal gemeenten.