Je houdt ze er zo graag bij

We maken het allemaal mee: jongeren die afhaken. Soms zie je al op jonge leeftijd, 12, 13 jaar, dat de kerk en het geloof hen weinig interesseert. Ze zitten nog in de kerk, komen nog op catechisatie, maar innerlijk zijn ze al afgehaakt. Bij anderen gebeurt het wat later. In het begin mis je ze af en toe, maar dat wordt steeds vaker. En op een gegeven moment houdt het op: ze komen niet meer. En dat doet je als ambtsdrager pijn. Je houdt ze er zo graag bij.

Het is niet zo eenvoudig om te zeggen hoe je hier mee om moet gaan, omdat ieder geval weer anders is. Bij de één is het gewoon totale onverschilligheid, het zegt hen allemaal niets. Bij een ander kan het komen door een diepe teleurstelling in de kerk of kerkmensen. Of door slagen in het leven. Weer een ander kan door studie aan het twijfelen worden gebracht.

Daarom zijn er geen algemene adviezen te geven. Wat zou er wel gedaan kunnen worden? In ieder geval is het belangrijk om contact te zoeken, ook al zit iemand daar helemaal niet op te wachten. Maar het mag nooit gebeuren dat een jongere, die bij de kerk vandaan is geraakt, later moet zeggen: ik verdween er heeft zich niemand om mij bekommerd. Zoek daarom contact. Soms door het direct zelf te doen. Maar soms kan het ook handiger zijn om het via een vriend(-in), kennis of wie dan ook te doen. Een directe benadering heeft het risico dat iemand bij voorbaat al een gesprek afwijst. Dan wordt een volgende poging lastig. 

Nog mooier is het als je een jongere op een ongedwongen manier tegen het lijf loopt, op straat of in een winkel. Een mooie gelegenheid om iemand even aan te schieten. Begin dan niet gelijk met te vragen waarom hij/zij niet meer naar de kerk komt. Informeer eerst eens naar iemands dagelijkse leven: studie, werk, familie, hobby. Kritische jongeren zijn heel gevoelig voor persoonlijke aandacht. Als ze het gevoel hebben alleen maar een bekeringsobject te zijn, zijn ze weg. Vervolgens kan gevraagd worden: ik zie je niet zo vaak meer in de kerk, is er iets? Stel open vragen, die niet als een verwijt of als recherche overkomen. Ze moeten voelen dat je van ze houdt en om hen geeft. 

Ze moeten voelen dat je van ze houdt en om hen geeft.

Aan het eind van het gesprek kun je iemand uitnodigen om eens bij je te komen praten. Soms wordt dat grif beloofd, maar gebeurt er vervolgens niets. Let er dan op dat, wanneer je iemand na een maand weer tegen komt, je hem/haar er aan herinnert. ‘Joh, je zou nog eens bij me komen. Zie ik je nog een keer?’ Laat bij een gesprek de jongere eerst eens heel open vertellen waarom ze de kerk niet meer zien zitten. Probeer daarna daar rustig op in te gaan. Vermijd dat een gesprek uitloopt op een steekspel. Heb ook geduld. Er is vaak meer tijd nodig. Probeer een gesprek open af te sluiten met een opening voor een vervolg. 

Ds. P. den Ouden

Door: Ds. P. den Ouden op 9 februari 2021


Overzicht