Blogs

Afscheidsinterview Jacoline de Vree-Roon

Na ruim 8 jaar als jeugdwerkadviseur bij de HHJO te hebben gewerkt, is Jacoline de Vree helaas per 1 mei 2022 gestopt met haar werkzaamheden. We willen haar hier nogmaals hartelijk bedanken voor alles wat ze heeft betekend voor de HHJO, voor jongeren, kinderen, leidinggevenden en anderen. We wensen Jacoline met haar man Corné en dochtertje Fébe van harte Gods zegen toe op haar verdere levenspad.

Hoe kijk je terug op 8,5 jaar dat je bij de HHJO werkte?
Persoonlijk is de afgelopen 8,5 jaar een heel vormende tijd voor me geweest. Ik zeg weleens met een knipoog: bij de HHJO ben ik volwassen geworden. Als 21-jarige stapte ik vol idealen en redelijk naïef het werkveld binnen. Die naïviteit raak je binnen de kerk snel kwijt. Dat was niet erg; er was binnen het team alle ruimte voor gesprek en om te leren. Dat heb ik ontzettend gewaardeerd.

Tijdens de sollicitatieperiode sprak de Heere tot me door een preek over Lukas 12 vers 12: ‘Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen gij spreken moet.’ Die woorden staan in een context waarin het gaat over vervolging. Toch bleef de tekst bij me haken, als een belofte voor de toekomst. Terugkijkend kan ik niet anders zeggen dan dat de Heere die belofte steeds opnieuw waarmaakte. De avonden waar ik vooraf het meest tegenop zag, waren vaak de avonden waarin de Heilige Geest Zelf woorden of voorbeelden gaf om te spreken. Dat maakte ook dat ik na verloop van tijd ontspannen in mijn werk kon staan. Ik hoefde het niet zelf te doen.

Is er een gebeurtenis die bijzondere indruk op je heeft gemaakt?
In 8,5 jaar tijd maak je veel mee. In dat opzicht zit mijn hart vol herinneringen. Maar als je vraagt naar een gebeurtenis die bijzondere indruk heeft gemaakt, dan denk ik terug aan het begin van mijn tijd bij de HHJO. De eerste sprekersavond die ik zelfstandig deed, was een avond over ‘stille tijd’ voor de tienerclub van Nederhemert. Ik verving die avond last-minute een collega, vanwege ziekte. Vooraf zag ik er ontzettend tegenop, maar het was een avond om nooit te vergeten. De leidinggevenden daar hadden begrepen dat het één van mijn eerste avonden was. Daarom zongen ze me aan het einde van de avond Psalm 121 vers 4 toe: ‘De HEER’ zal u steeds gadeslaan, opdat Hij in gevaar, uw ziel voor ramp bewaar’; de HEER’, ’t zij g’ in of uit moogt gaan, en waar g’ u heen moogt spoeden, zal eeuwig u behoeden.’ Een waardevolle psalm om mee te nemen mijn HHJO-jaren door.

Deze psalm kreeg extra betekenis voor me toen ik vier jaar later betrokken raakte bij een auto-ongeval. Dat was eind november 2017. Toen ik ’s avonds laat na een vergadering van Veenendaal terugreed naar Ambacht, werd ik door een medeweggebruiker van de weg gereden. De auto was total loss, zelf kwam ik er met wat hoofdpijn en blauwe plekken van af. De dagen erna, toen de gebeurtenis ging landen, heb ik veel teruggedacht aan de woorden die de tieners me destijds toezongen. Het gaf ook de nodige reflectie. Hoeveel duizenden kilometers ik per jaar ook op de weg zat, ik vond het heel normaal om altijd veilig aan te komen. Dat werd na die tijd anders. Mede door de woorden van Psalm 121.

Wat vond je het mooiste om te doen?
Eén van mijn hoofdtaken was het toerusten van leidinggevenden en ouders. Dat vond ik heel mooi om te doen. Anderen een stapje verder helpen, enthousiasmeren en inspireren heeft mijn hart. Ondertussen leerde ik elke avond minstens zoveel van de leidinggevenden en ouders als zij van mij. Verschillende jeugdwerkers en kerkenraadsleden zag ik elk jaar terug tijdens avonden en activiteiten. Met hen krijg je door de tijd heen een band. Die contacten ga ik missen.

Het Kinderappel en de Bijbelstudieconferentie 18+ vond ik de mooiste activiteiten om als jeugdwerkadviseur bij betrokken te zijn. Voor het Kinderappel draaide ik altijd mee in Sommelsdijk. Ik genoot ervan om de honderden kinderen mee te nemen het thema in en hun een Bijbeltekst aan te leren. Elk jaar weer waren er kinderen die de tekst van het jaar ervoor nog uit hun hoofd kenden. Dat vind ik zo mooi aan die leeftijd. Wat je jong inscherpt, gaat het hele leven mee. Ook het zingen van psalmen en liederen samen met zoveel kinderen, vergeet ik nooit. Een mooiere klank dan dat, kan ik me niet indenken. Het deed me steeds opnieuw denken aan de woorden uit Psalm 8: ‘Uit den mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij U lof toebereid.’

Ook de Bijbelstudieconferenties gaven me energie. Met honderd conferentiegangers stonden we een weekend stil bij een thema uit de Bijbel. Mensen zeiden soms tegen me: ‘Dat je daar nog jongeren voor kunt vinden: vijf lezingen en preken in drie dagen tijd…’ Maar juist dat concept bracht veel zegen met zich mee. Jongeren werden ondergedompeld in het Woord. Elke conferentie opnieuw merkten we dat de Heilige Geest werkte in de harten en levens van conferentiegangers. Dat maakte me verwonderd en dankbaar.

Waren er ook lastige momenten?
Lastige momenten waren er zeker ook. Als de aanmeldingen voor een Bijbelstudieconferentie binnenstroomden, was ik daar heel dankbaar voor. Het liet een stukje honger zien naar het Woord van de Heere. Tegelijk realiseerde ik me dat er ook zoveel jongeren zijn die je niet bereikt. Dat geldt niet alleen voor 18+’ers, maar ook voor jonge tieners. Meer dan eens legden gemeenten me de vraag voor wat te doen met tieners vanaf een jaar of 14 die steeds minder trouw het jeugdwerk bezoeken of zelfs helemaal uit beeld verdwijnen. Daar zijn geen pasklare antwoorden voor. Steeds opnieuw heb ik gewezen op het belang van persoonlijk contact. Laat tieners merken dat je hen in het vizier hebt en dat je daadwerkelijk om ze geeft. Persoonlijke relaties zijn in mijn ogen de smeerolie van het jeugdwerk.

Ook in ons gezinsleven zorgde het werk voor de HHJO weleens voor lastige momenten. Corné en ik werkten allebei onregelmatig. Als je samen bent, is dat goed te doen. Na de geboorte van Fébe werd dat ingewikkelder. Als mensen vroegen: ‘Hoe doen jullie dat? Twee onregelmatige banen naast elkaar?’ zei ik: ‘Dat kan alleen met dank aan een fantastische secretaresse en een heel flexibele schoonmoeder.’ Hoewel ik het werk voor de HHJO met hart en ziel deed, hebben Corné en ik het afgelopen jaar tegen elkaar gezegd dat het tijd werd voor meer rust en regelmaat in ons gezin. Dat leidde tot mijn afscheid van de HHJO. Zo’n beslissing nemen doet pijn, omdat het iets kost van jezelf, maar we ervaren de hand van de Heere erin. Er is nu meer tijd om Gods Koninkrijk binnenshuis te dienen en daar ligt als vrouw en moeder mijn eerste roeping.

Wat wens je ouders, leidinggevenden en ambtsdragers toe?
In één van mijn eerste jaren bij de HHJO opende een predikant een plaatselijk jeugdwerkoverleg met de laatste verzen van Psalm 22: ‘Het zaad zal Hem dienen; het zal de HEERE aangeschreven worden tot in geslachten. Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke, dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft.’ Deze belofte heeft me nooit meer losgelaten en is voor mij een fundament van hoop en verwachting geworden voor het jeugdwerk. De Heere staat er Zelf voor in dat er altijd kinderen en jongeren zullen zijn die Hem van harte dienen. Later wees een andere predikant me op de grond van deze belofte – te vinden in Jesaja 53 vers 10: ‘Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien.' Christus Zelf staat garant voor vrucht op Zijn offer aan het kruis. Die hoop en verwachting wens ik alle ouders, leidinggevenden en ambtsdragers toe. Dat neemt niet weg dat we in het jeugdwerk en de opvoeding onze verantwoordelijkheid voor honderd procent moeten nemen, maar het geeft tegelijk een ‘heilige ontspannenheid’ in het zaaien van Gods Woord onder kinderen en jongeren.


Overzicht