Blogs

Wat geleend is moet terug naar de eigenaar

De landheer had haast, hij moest naar het buitenland. Het zou een lange reis worden, dus de landheer had besloten zijn bezittingen uit te delen. Omdat de hij snel weg moest duwde de landheer de drie slaven een paar talenten in handen; degene die het meest kon dragen kreeg vijf talenten, de andere twee en de slaaf met de minste krachten kreeg één talent.

Je kent deze gelijkenis vast wel en je kan waarschijnlijk ook vertellen hoe het afloopt. Maar wist je ook dat het gezegde met je talenten woekeren bij deze gelijkenis vandaan komt? De landheer gaf iedereen namelijk een aantal talenten die ze moesten woekeren. Wat houdt dat woekeren precies in?

Iedereen kreeg in deze gelijkenis iets van enorme waarde. Hoewel het lijkt alsof de ene slaaf maar weinig kreeg, was dit in werkelijkheid een enorm bedrag. Een talent was de grootste munteenheid in die tijd, zo’n 510.000 in euro’s. De landheer vertrouwde zijn dienaren dus heel veel toe en ze kregen zo een grote verantwoordelijkheid. 

God heeft ons ook talenten, kwaliteiten, gegeven en het is aan ons de taak om daar goed mee om te gaan. Deze kwaliteiten zijn niet van onszelf, we hebben ze als het ware geleend. Alles wat geleend is moet weer terug naar de eigenaar, waarbij deze je vraagt hoe met het geleende bent omgegaan. Zo ook met onze kwaliteiten. Hoe ga jij om met wat je geleend hebt? Heb jij alles begraven? Liggen je kwaliteiten onder de grond te wachten totdat de Landheer terugkomt? Of woeker je ermee? Woekeren houdt letterlijk in dat je het grootste voordeel ergens uithaalt en er optimaal mee omgaat. Dus gebruik jij je kwaliteiten optimaal; tot Gods eer? 

Het gezegde en de gelijkenis over woekeren stelt ons daarnaast de vraag wat we doen met de rest van wat God ons gegeven heeft. Hoe behandelen we het Woord? Hoe gaan we om met de genade? Graven we dat zorgvuldig in, veilig onder de grond zodat we er niet te veel aan herinnerd worden, of woekeren we ermee? Maken we er gebruik van? Want alleen dan zal de Landheer je zeggen: “Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heren.”

Dus vraag jezelf af; begraaf ik mijn talenten, Gods woord en Zijn genade of woeker ik ermee?

Jorina Visser

Door: Jorina Visser op 18 december 2020


Overzicht