Blogs

Chèsèd en Tov

Vreemde woorden hè, boven dit stukje? Het zijn Hebreeuwse woorden. Woorden in de taal waarin het Oude Testament is geschreven.

Het woordje chèsèd is misschien wel het belangrijkste Hebreeuwse woordje uit de Bijbel. Het betekent ‘goedertierenheid’. Als je één Hebreeuws woord wilt onthouden, moet je deze proberen te onthouden. Het houdt zóveel in: trouw, weldadig, barmhartig. Het gaat over de oneindige verbondstrouw van onze God.
Het tweede woordje hierboven ken je denk ik wel: tov (denk maar aan mazzeltov, of ‘dat vind ik tof!’). Tov betekent ‘goed’. Het vijfde en zesde partje van de vrucht van de Geest (denk nog even terug aan de sinaasappel met negen partjes) lijken wel wat op elkaar: goedertierenheid en goedheid. 
Denk jij bij deze woorden ook vooral aan God? Het voelt voor mij bijna onmogelijk om zelf goedertieren te zijn. Juist omdat dat woord me zo doet denken aan de Heere Zelf. Hij zegt in Jeremia 3: ‘Ik ben goedertieren’ (vers 12). En erachteraan: ‘Ik zal de toorn niet in eeuwigheid behouden’. Iemand die goedertieren is, blijft niet altijd boos. Zo iemand is vergevingsgezind. Dat doet nog meer aan de Heere denken. Hij vertelt Zelf Zijn Naam in Exodus 34. Hij zegt daar dat Hij de God is ‘Die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft’ (vers 7). En blijkbaar wil Hij dus dat wij ook zo zijn: christenen die graag vergeven.
Als je bedenkt dat deze beide woorden genoemd worden als partje van de vrucht van de Geest word je misschien net als ik wel een beetje stil. Je brengt ‘goedheid’ in de praktijk als je Gods goedheid voor jou laat doorvloeien naar de mensen om je heen. Moet ik goedertieren zijn? Dat lukt nooit… Ben ik goed? Nee... 

Je brengt ‘goedheid’ in de praktijk als je Gods goedheid voor jou laat doorvloeien naar de mensen om je heen.

Als je hiervan ontmoedigd raakt, mag ik je gelukkig bemoedigen met Gods eigen Woord: ‘zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen’ (Psalm 103:11). Van Zijn goedertierenheid en goedheid moeten we het hebben! Zo komen we opnieuw bij de bron uit: Christus. Hij heeft ons laten zien hoe God is, want in Jezus is ‘de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker’ verschenen (Titus 3:4). Als we uit Hem putten, groeit de vrucht van chèsèd en tov ook in ons leven. Tot Zijn eer! En tot zegen voor de mensen om ons heen. 
‘Laat ons, goed doende, niet vertragen’ (Galaten 6:9). Oftewel: Laten we nooit stoppen met goed doen. Want ‘te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen’. De vrucht van de Geest zal vruchtdragen!

Alissa Bakker

Door: Alissa Bakker op 17 september 2020


Overzicht