Blogs Kerst

De schaduw

Of je het weet, weet ik niet, maar de wetten van het Oude Testament worden wel eens een schaduw genoemd. Bij een schaduw denk je natuurlijk ook aan de zon. Zonder zon is er geen schaduw. Bij schaduw denk je ook aan iets of iemand waardoor de schaduw ontstaat – een dier of een mens.

Over welke wetten gaat het eigenlijk? Niet de Tien Geboden, maar de ceremoniële wetten. Op wat voor manier zijn deze wetten een schaduw? En waarvan of van wie zijn zij een schaduw?
 
Stel je voor dat je geleund staat vlak bij de hoek van een gebouw tegen de muur. Jij staat aan de noordkant van het gebouw met je gezicht naar het noorden. Daar sta je op je vriend te wachten. De zon schijnt vanuit het zuiden en staat dus achter het gebouw. Ze schijnt langs het gebouw. Opeens zie je net naast je op de grond een schaduw aankomen. Het is de schaduw van je vriend. Omdat je hem kent, zie je aan de schaduw dat hij het is. Nee, de er-aan-komende schaduw is je vriend niet, maar wijst wel op de komst van je vriend.
 
Zo is het ook met Christus. Heel het Oude Testament heeft het over Zijn komst, vanaf de eerste belofte al. Je kent die belofte wel, die God uitspreekt op dezelfde dag dat onze eerste ouders Hem zo schandalig wantrouwen. God zegt dat die vrouw (Manninne heet ze nog en Eva zal ze in het vervolg heten) een Kind zal krijgen. Dat Kind zal die vijand (verscholen in de slang) overwinnen.
 
Deze belofte zorgt ervoor dat het eerste mensenpaar gespannen uitkijkt naar de komst van deze Slangendoder. Maar tijdens hun leven komt Hij niet – al leeft Adam meer dan 900 jaar. Eeuwenlang kijken mensen ernaar uit en ze vragen: “Wanneer zal Hij komen om ons de overwinning te geven?” In de tijd van Abraham herhaalt God Zijn belofte: “In uw Zaad zullen alle geslachten der aarde gezegend worden!” Jakob mag op zijn sterfbed ook Zijn komst aankondigen. Hij heeft het over de Silo. Deze Naam zegt iets over het karakter en het werk van de Verlosser. Het Hebreeuwse woord Silo kan volgens de statenvertalers betekenen: HEILAND, ZALIGMAKER, GELUKGEVER.
 
Maar hoe zit het nu met die schaduw? Het komt aan de orde bij de Sinaï. Wij denken bij de berg Sinaï waarschijnlijk aan de Tien Geboden. En dat is ook helemaal terecht. Maar daar gebeurt nog meer. Wat? De schaduwendienst wordt ingesteld. Welke dienst? Wat bedoel ik met het woord ‘schaduwendienst’? De dienst in de tabernakel en alles wat daarbij hoort. De dienst van de priesters dus en van de Levieten. De offerdienst. Alles wat daar op Gods bevel gebeurt, wijst het volk Israël erop: de Beloofde komt eraan. Zoals de schaduw van je vriend, die je op de grond naast je aan ziet komen, jou vertelt: “Je vriend komt eraan.”
 
Het woord schaduw heb ik niet zelf bedacht. We lezen er twee keer over in het Nieuwe Testament:
1. In Kolossenzen 2 vers 17 schrijft Paulus over de ceremoniële eredienst en de oudtestamentische feesten, dat deze een schaduw zijn van de toekomstige dingen. Hij schrijft erbij: “Maar het lichaam is van Christus.” Hij is dus Degene Die de schaduw als het ware voor Zich uit werpt. En het volk Israël zag in de schaduw Wie er aan kwam.
2. In Hebreeën 10 vers 1 lezen we over de ceremoniële wet, dat die een schaduw heeft van de toekomstige goederen. En omdat de schaduw niet de Christus Zelf is, schrijft de apostel erbij dat die offers, die alle jaren steeds werden geofferd, de zielen niet konden reinigen of heiligen.
 
Nu in de gang van het kerkelijke jaar de adventsweken er weer aankomen, is het goed om te weten dat het woord ‘advent’ betekent: Hij komt. In de eeuwen van het Oude Testament zégt God niet alleen dat Zijn Zoon eraan komt, maar beeldt Hij het ook af, schaduwt Hij het vooraf. Dus:

Godvrezende Israëlieten zágen het allemaal in de offerdienst. Daarom zongen zij wat Psalm 27 zo prachtig zegt:

Och, mocht ik in die heilige gebouwen
De vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog,
Zijn lieflijkheid en schone dienst aanschouwen!
Hier weidt mijn ziel met een verwond’rend oog.
 
En wat Psalm 84 zegt:
Hoe lief’lijk, hoe vol heilgenot,
O HEER’ der legerscharen God,
Zijn mij Uw huis en tempelzangen.
Hoe branden mijn genegenheên
Om ‘s HEEREN voorhof in te treên!
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen.
Mijn hart roept uit tot God, Die leeft,
En aan mijn ziel het leven geeft.
 
Elspeet, W. Pieters
 
Dit is deel 1 in de serie 'Advent, Hij komt'
Ds. W. Pieters

Door: Ds. W. Pieters op 26 november 2020


Overzicht