Blogs

Elizabet: vertrouwend en verwachtend

Van kinds af aan zijn er een aantal vrouwelijke personen in de Bijbel van wie ik erg onder de indruk ben geraakt. Denk bijvoorbeeld aan Esther, of aan het dienstmeisje van Naäman, maar ook Hanna, Ruth en Maria. Wie ook zeker hierbij hoort is Elizabet. De Bijbelverhalen die ik over Zacharias en Elizabet hoorde verwonderden mij altijd. Enerzijds het ontzag voor wie God is, Zijn heiligheid. Maar misschien nog wel het meest de toewijding van hun leven, om hun leven in te richten tot eer van Hem.

Wanneer we kijken naar Elizabet omschrijft de Bijbel haar en Zacharias als rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.
Nou… leg daar je leven maar eens naast. Ben ik rechtvaardig voor God? Wandel ik in al Zijn geboden en de rechten van de Heere, onberispelijk? Oftewel, als iemand de 10 geboden naast mijn leven zou leggen, wat zou dit dan van mij zeggen?

Elizabet… Soms probeer ik mijzelf haar wel eens voor te stellen. Een Godvrezende vrouw, zo rond de 60 jaar, haar gehele (huwelijks)leven toegewijd aan God en Zijn dienst, maar zonder kinderen. Menselijk gesproken moet dit een groot verdriet zijn geweest, een onvervuld verlangen. In die tijd werd kinderloosheid vaak gezien als een zonde. Wanneer God gaf dat een man en vrouw in het huwelijk mochten treden, was het ontvangen van kinderen een geschenk van God. Kinderen zorgden ervoor dat de naam van de ouders bleef voortbestaan. Daarnaast hielpen kinderen al van jongs af aan mee met het werk in huis en op het land. Ten slotte namen zij de verzorging van hun ouders op zich als die ouder werden en hulp nodig hadden.
In vers 25 is ook te lezen dat de mensen om hen heen ook wel hun mening hadden gevormd over het feit dat er bij hun nog geen kinderen waren. Toch wanhoopten Zacharias en Elizabet niet, ze dienden God en leefden tot Zijn eer. Hun kinderloosheid was voor hen Gods vrijmachtige en wijze plan.

Haar zwangerschap is voor Elizabet een gebedsverhoring. Wat zal deze tijd een bijzondere tijd zijn geweest: voorbereiding op de komst van hun kind, waarvan ze wisten dat het een kind zal zijn dat zal leven in de dienst van de Heere.

In de 5e maand van haar zwangerschap brengt haar nichtje Maria een bezoek aan Elizabet. Maria heeft net de boodschap gekregen van de Engel Gabriël dat zij een Zoon zou baren; de Zaligmaker. De bandt tussen Maria en Elizabet moet sterk zijn geweest, alsof Elizabet een moeder voor Maria was, want Maria ging vrij direct in de navolgende dagen op pad naar Elizabet. Wat er dan tijdens die ontmoeting gebeurd, is eigenlijk met geen pen te omschrijven. Het moment waarop Maria Elizabet begroet is een moment van een heilige ontmoeting. Elizabet heeft het direct in de gaten en roept dit dan ook verwonderd uit: ‘Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht uws buiks!’
Kijk, dit is wonderlijk: Elizabet wist namelijk nog niet dat Maria zwanger was. Terwijl het bij Elizabet al zichtbaar moet zijn geweest, was de engel Gabriël nog maar een paar dagen geleden aan Maria verschenen (vers 39). Menselijk gesproken zal Maria zelf op dat moment nog weinig van de zwangerschap hebben gemerkt, maar Elizabet en haar ongeboren kind wisten het! De Heilige Geest had het hun geopenbaard. Ze wisten op dat moment; de Zaligmaker is hier, en Hij wordt gedragen in de moederschoot van Maria: ‘Gezegend zijt gij onder de vrouwen!’ Spiegelt dit niet iets af van de heiligheid van God? Nog voordat Hij als mens op deze wereld was, nog voordat Hij geboren was, werd Zijn heiligheid ervaren en was er ontzag voor Hem. Ik las in een verklaring over deze ontmoeting: De uitwerking van de groet uit Maria, was een buitengewone uitwerking; het kind onder het hart van Elizabet huppelde, en Elizabet werd vol van de Heilige Geest, zodat zij de betekenis van dat huppelen direct begreep.

Dit onderstreept nogmaals het wonderlijke, heilige moment. De begroeting zal een moment zijn geweest waarop de Heilige Geest merkbaar aan het werk was in drie personen.

De Heilige Geest werkte in Elizabet een diep ontzag uit voor het nu nog ongeboren Kindje in de moederschoot van Maria. Ze zegt dan ook: ‘En vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?’ Op dat moment veranderde Maria als het ware ook in positie voor Elizabet. Ze had Maria namelijk gewoon bij haar voornaam kunnen noemen, maar nee, in plaats daarvan spreekt ze haar aan met ‘de moeder mijns Heeren’. Voor Maria zal dit ook vast een besef moment zijn geweest van het Kindje wat in haar buik mag groeien.

Elizabet leert ons het geheim van het christelijk leven:

Hoe ligt dit bij mij? Bij jou? Is die Zaligmaker ook mijn Zaligmaker? Ook jouw Zaligmaker? Verheug je dan en wees blij! Want God is met ons: Immánuël!

Door: Hanne-José Huisbrink op 11 december 2023


Overzicht